Is een onderzoek naar de mogelijke aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten verplicht?

Conform de Arbowet artikel 10 dient een opdrachtgever of werkgever te zorgen voor een veilige werkomgeving. Bij veel projecten wordt standaard een bodemonderzoek gedaan om bodemvervuiling te achterhalen om op deze manier op voorhand maatregelen te treffen die de veiligheid voor werknemers en omgeving garanderen. Bij ontplofbare oorlogsresten (explosieven) is dit helaas nog niet gestandaardiseerd. Vaak worden opdrachtgevers door aannemers erop gewezen of wordt er bij de werkzaamheden spontaan een explosief aangetroffen, die op dat moment niet zorgt voor een ongeval.

Om het risico van een spontane vondst te verkleinen is het advies een vooronderzoek op te stellen. Bij een vooronderzoek wordt met feiten getracht te achterhalen of er binnen de contouren van een onderzoeksgebied een verhoogde kans bestaat op het aantreffen van ontplofbare oorlogsresten. Wanneer een (deel van een) onderzoeksgebied als verdacht wordt beschouwd, dan dienen erĀ  opsporingswerkzaamheden te worden uitgevoerd. Indien een gebied als niet-verdacht wordt beschouwd, dan wil dat uiteraard niet zeggen dat er in niet-verdachte gebied geen ontplofbare oorlogsresten kunnen worden aangetroffen. Immers wordt een vooronderzoek gebaseerd op feiten. Vondsten tijdens civieltechnische werkzaamheden in niet-verdacht gebied worden vaak beschouwd als een toevalsvondst.

Overigens eist de inspectie van SZW dat er voor ieder project waarbij de bodem wordt geroerd vooraf een vooronderzoek wordt uitgevoerd.